Overweging bij het feest van de Openbaring Des Heren (Drie Koningen)

De Wijzen kunnen gelden als een symbool van de mens die op zoek  is naar hoop, naar licht, naar hulp. Om dat licht te vinden, gaan ze op zoek naar hulp.

Dat ze die in Jeruzalem zoeken is eigenlijk normaal: ze willen immers eer brengen aan een pasgeboren koning. En waar is een koning anders te vinden dan in de hoofdstad van het rijk? Maar wellicht weten ze niet echt goed wat ze zich bij die pasgeboren koning moeten voorstellen, en dat wordt er zeker niet beter op wanneer ze horen dat die koning niet in Jeruzalem, maar in Bethlehem geboren is. Maar toch gaan ze die richting uit, en eens ze Jeruzalem verlaten hebben, gaat de ster die ze in het oosten hebben gezien weer voor hen uit. En zo vinden ze de pasgeboren Koning, knielen ze vervuld van diepe vreugde neer om Hem eer te bewijzen, en schenken ze goud, wierook en mirre. Vervuld van diepe vreugde knielen zij neer: zij begrijpen dus dat dat pasgeborene kind geen koning is zoals alle andere koningen, maar een goddelijke Koning. En daarmee zijn zij, samen met de herders, de eerste gelovigen aan wie de komst van God op aarde gemeld wordt. De herders kregen die blijde boodschap van engelen die Gods lof zongen, de Wijzen worden geleid door de ster van Gods licht. Dat is de weg die God, die Jezus ons aanwijst. Een weg die de Wijzen probeerden te vinden, waarbij ze ondervonden dat dit niet altijd gemakkelijk is. Dat is het ook niet voor ons, want we hebben onze eigen zorgen, onze eigen pijn, ons eigen zoeken naar vrede en geluk in een wereld van heel veel pijn en heel veel lijden, van ontelbaar veel mensen die er alleen voor staan, die eenzaam zijn, die geen toekomst zien in een wereld van oorlog, polarisatie, vijandschap. Maar toch ook een wereld van liefde, van hulp, van begrip, van inzet. Zoals zovelen vandaag verkeerden de Wijzen toen in een schijnbaar uitzichtloze situatie, maar zij gaven niet op. Zij bleven zoeken en vragen tot Gods licht weer aan hen verscheen. Laten we ons dus spiegelen aan hen. Laten we hulp vragen als we in nood zijn, maar ook hulp bieden als we dat kunnen, want dan worden wij een licht voor onze medemensen, zoals God een Licht is voor ons!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *