U prijs ik om de liefde
die alle zijn omringt;
om dagen en om nachten
en ’t lied dat in me zingt.
U prijs ik om de sterren,
de zon ook en de maan,
de frisse groene bladeren
die nu weer sterven gaan.
U prijs ik om de vogels
en heel hun mooi gefluit,
de koeien en de schapen,
de hond, de poes, de puit.
U prijs ik om de mensen,
de kinderen en hun spel,
de zieken en gezonden,
wat traag is of heel snel.
U prijs ik om de schepping:
in alles straalt uw licht,
mocht er toch vrede komen
een eind’lijk goed bericht.
U prijs ik om vergeving,
voor wie opnieuw begint,
mocht eens de liefde winnen
in ’t hart van ieder kind