Heiligen van onze tijd: Martinus van Tours, Sint-Maarten

Maarten (Latijn: Martinus) van Tours, veelal Sint-Maarten genoemd, was bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Frankrijk . Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de middeleeuwen, omdat hij een eenvoudig leven bleef leiden ondanks zijn voorname positie. Zijn feestdag valt op 11 november, de dag van zijn begrafenis Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië, het huidige Frankrijk. Dankzij zijn vader werd hij ingedeeld in de keizerlijke garde. Hij voelde zich echter niet thuis in het soldatenleven. Hij hielp hen waar het nodig was. Als hij arme mensen zag, dan gaf hij een deel van zijn bezittingen.

Op een winterse koude dag ontmoette Martinus bij een stadspoort van Amiens een verkleumde bedelaar. Omdat hij echter zijn bezittingen al weggegeven had, had hij alleen nog maar zijn mantel. Dat was een bijzondere mantel, die aan soldaten en officieren ook status gaf. Andere soldaten zagen de bedelaar ook, maar die deden niets. Martinus pakte echter zijn zwaard en gaf hem de helft van zijn mantel. Door sommige soldaten werd hij uitgelachen omdat Martinus er belachelijk uitzag met zijn halve mantel. ’s Nachts droomde hij dat hij Jezus zag, die die halve mantel droeg, waarbij herinnerd werd aan de woorden in Mattheüs 25:36: “Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed” en 25:40: “als ge dat voor een van mijn geringste broeders hebt gedaan, hebt ge het voor Mij gedaan”. Martinus wist genoeg, hij wilde Jezus Christus volgen als een kluizenaar. In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Volgens een overlevering vond hij zich niet waardig genoeg voor dat ambt en verstopte hij zich in een ganzenhok. Toen zijn aanhangers hem gingen zoeken, gingen de ganzen te keer waardoor zijn schuilplaats ontdekt werd. Zo kwam het dat hij alsnog tot bisschop gewijd kon worden. In 397 stierf Maarten aan koortsen. Hij was toen ongeveer tachtig jaar oud. Hij werd op 11 november begraven op een christelijke begraafplaats even buiten de stad Tours. Al gauw na zijn dood kwam de verering op gang en in de 7e eeuw werd er een basiliek aan hem gewijd. Sint-Maarten,11 november, was vroeger de datum waarop de oogst binnengehaald moest zijn en het vee op stal ging. Op die dag werden ganzen geslacht. Later werd het Sint-Maartensfeest vooral een kinderfeest. Kinderen trokken met lampions of uitgeholde rapen, suikerbieten en kalebassen met een kaarsje langs de deur voor snoep en fruit. Ook gebruikten ze een rommelpot of foekepot, een pot waarover een varkensblaas is gespannen met daarin een rietje dat een brommend geluid maakt als eraan wordt getrokken. In diverse Nederlandse steden en streken gaan kinderen op 11 november met zelfgemaakte lampions langs de deuren om te zingen, waarvoor ze snoep krijgen. Voorbeelden van Sint-Maartensliedjes: Sint-Maarten, Sint-Maarten is jarig vandaag. Nu branden de lichtjes dat doen wij zo graag. Elf november is de dag dat mijn lichtje, dat mijn lichtje. Elf november is de dag, dat mijn lichtje branden mag. Sint-Maarten, Sint-Maarten, de koeien hebben staarten. De meisjes hebben rokjes aan. Daar komt Sint Martinus aan. Geef een appel of een peer. Ik kom het hele jaar niet weer. Het hele jaar dat duurt zo lang, tot mijn lichtje branden kan. Met dit soort liederen haalden de kinderen een rijke oogst op aan snoep en fruit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *