13 juni: Feestdag van de Heilige Antonius van Padua


Fernando is een Portugees uit Lissabon. Hij is geboren op 15 augustus 1195 en
stierf op 13 juni 1231 in Padua. In 1210 treedt hij in bij de kanunniken van de
Heilige Augustinus. Hij gaat naar het klooster in Coimbra waar hij als begaafd
student filosofie en theologie studeert.


In 1218 logeert een groepje Franciscanen in het klooster. Ze zijn op weg naar
Marokko om de Moren tot het christendom te bekeren. Fernando wordt gegrepen
door het enthousiasme van deze hele nieuwe beweging. Hij sluit zich bij hem aan
en kiest de naam Antonius, de woestijnvader die al even radicaal besluiten nam in
zijn tijd. De tocht naar Marokko wordt een grote mislukking. Antonius wordt
ernstig ziek en keert met de anderen terug naar Italië. Ofschoon hij een begaafd
predikant was in Portugal, valt hij in Italië niet op. In tegendeel: Antonius gedraagt
zich zo nederig en leeft zo teruggetrokken dat de medebroeders hem voor simpel
hielden.
Op een dag was er in het klooster een grote kerkelijke plechtigheid. Die dreigde in
het honderd te lopen omdat de predikant niet kwam opdagen.
Alle monniken stonden netjes in de koorbanken. Iemand fluistert voor de grap:
“Misschien kunnen we Antonius vragen?” Na veel aandringen en met tegenzin
stemde Antonius toe. Hij hield een gloedvolle feestpreek waar iedereen ademloos
luisterde en tot tranen toe bewogen was. Franciscus die ervan hoorde, stuurde hem
erop uit om in heel Noord-Italië te gaan preken.
Op een dag vond Antonius de reactie van zijn toehoorders zo matig dat hij zei: “Ik
kan beter voor de vissen gaan preken!” Hij ging naar de zee toe en preekte vanaf
het strand. Voor hem verscheen een hele school vissen die uit vreugde en
dankbaarheid met hun staarten op het water sloegen.
Vanwege zijn beroemdheid als predikant werd hij gevraagd aan de universiteit van
Bologna te gaan doceren. In zijn tijd waren er geen gedrukte boeken. Alleen
geschreven en overgeschreven boeken. Het zogenaamde monnikenwerk. Als docent
had hij de beschikking over enkele boeken. Op een dag merkt hij dat een zeer
zeldzaam en kostbaar werk weg is. Antonius bidt en smeekt God dat hij zijn boek
toch weer zal terugvinden. Een paar dagen later brengt een novice die het boek had
meegenomen (of gestolen) het weer terug. Hij had spijt gekregen van zijn daad.
Daarom bidden katholieken en niet-katholieken tot Antonius als ze wat kwijt zijn.
Antonius stierf op 36-jarige leeftijd in Padua waar hij sinds 1227 woonde en
preekte. Vangwege zijn populariteit werd hij snel heilig verklaard en om zijn
gloedvolle preken tot kerkleraar verheven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *