Veilig bij God

Allerheiligen en Allerzielen 2020

Mgr. Gerard de Korte heeft weer een pas­to­rale brief ge­schre­ven voor de gelo­vi­gen van Bisdom Den Bosch, nu spe­ci­fiek vanwege Aller­hei­ligen (1 no­vem­ber) en Aller­zie­len (2 no­vem­ber) die dit jaar noodge­dwon­gen vanwege corona anders gevierd zullen wor­den dan gepland.

Broe­ders en zusters,

Over enkele dagen vieren wij opnieuw Aller­hei­ligen en Aller­zie­len. Wij naderen de maand no­vem­ber. Het weer is guur en de dagen wor­den snel korter. De vele bla­de­ren in onze straten tonen de ver­gan­ke­lijk­heid van de natuur. In deze corona­tijd zullen de ko­men­de vie­rin­gen, met name ook Aller­zie­len, op een heel eigen wijze wor­den beleefd. Wij beseffen onze eigen kwets­baar­heid en ver­gan­ke­lijk­heid, zeker de ouderen onder ons. Onderhuids geeft de hui­dige stand van zaken veel onzeker­heid en moedeloos­heid. Maar wij mogen ons laten in­spi­re­ren door het gegeven dat wij niet de eerste chris­te­nen zijn. Wij staan op de sch­ou­ders van vele gene­ra­ties van gelo­vi­gen. Een lange en veel­kleu­rige stoet van mensen is ons op de weg van Christus voor­ge­gaan. Mensen die in kracht van Hem aan hun bestaan gestalte hebben gegeven. In kracht van de Geest maakten zij Christus zicht­baar in hun eigen leven.

Een grote menigte

Met Aller­hei­ligen lezen wij tij­dens de Eucha­ris­tie uit het laatste bijbel­boek, de open­ba­ring van de apostel Johannes (7, 2-4,9-14). Hij spreekt over de dienstknechten van God die met een zegel op hun voor­hoofd wor­den getekend. Dat is een in­druk­wek­kend beeld: God kent zijn mensen en heeft zorg voor hen. Zij zijn Gods eigendom. Mensen uit Israël, het volk van Gods eerste liefde, maar ook mannen en vrouwen uit alle volkeren. Johannes ziet een grote menigte die niemand tellen kan, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij waren verbon­den met God en instru­menten in zijn hand. Mensen die verbon­den waren met Christus en hun ego steeds meer door Hem lieten vormen. Zij waren Christus­dra­gers die de zalig­spre­kingen, die wij op Aller­hei­ligen ook zullen horen (Matteüs 5,1-12a), concreet hebben geleefd.

Onbereik­baar ver?

Het gevaar bestaat dat de heiligen zo braaf en zoet wor­den be­schre­ven dat wij er een beetje wee van in de maag wor­den. Maar ook kunnen heiligen ons zo perfect wor­den geschetst, dat zij onbereik­baar wor­den. Wij kunnen zelfs schuld­ge­voe­lens krijgen over onze eigen schamel­heid en falen. Maar ik denk dat wij de heiligen dan ver­keerd inschatten. De heiligen die ons zijn voor­ge­gaan waren mensen van vlees en bloed. Juist zij beseften hun eigen klein­heid en af­han­ke­lijk­heid. De apostel Paulus schrijft daar mooi over. Wat hij is, is hij door genade, door de kracht van God. Niet op eigen kracht maar in kracht van Christus kunnen wij in het voorspoor tre­den van hen die ons zijn voor­ge­gaan en ons tot voor­beeld zijn in zacht­moe­dig­heid en barm­har­tig­heid; in de inzet voor ge­rech­tig­heid en vrede.

Mensen die zuiver zijn van hart. Op het feest van Aller­hei­ligen mogen wij ons verbon­den weten met alle heiligen die ons zijn voor­ge­gaan als voor­beel­den en voorbid­ders.

Dier­ba­re gestorvenen

Met Aller­zie­len, de dag na Aller­hei­ligen, staan wij stil bij onze dier­ba­re doden. In veel pa­ro­chies wor­den de gestorvenen van het afgelopen jaar her­dacht. Wij noemen hun namen en steken kaarsen aan. Dit jaar, met alle coronabeper­kingen, helaas in klein ver­band. Dat zal velen van ons pijn doen. Maar via live­stream is een toe­ne­mend aantal pa­ro­chies in staat om gelo­vi­gen de moge­lijk­heid te bie­den de her­den­kings­vie­ring in de kerk thuis te laten volgen. Emo­tio­neel raakt de Aller­zie­len­vie­ring ons diep. Zeker als de dood recent een dier­baar mens uit ons mid­den heeft geroofd. Wij zijn dan voor­goed getekend door verlies. Juist in deze corona­tijd beseffen wij, mis­schien sterker dan voor­heen, onze ster­fe­lijk­heid. Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven. Wij denken aan de duizen­den families die sinds maart een dier­ba­re aan de gevolgen van het virus hebben verloren. Maar na­tuur­lijk ook de andere dier­ba­ren die de dood heeft geroofd. Als de dood ons nabij komt, is er intens verdriet. De dood betekent de­fi­ni­tief loslaten en een lege plaats aan tafel. De dood van een dier­ba­re maakt heel de toe­komst duister.

Door het leven omgeven

Maar voor een christen vormt de dood niet het laatste woord. De dood kan het leven omgeven maar mid­den in de dood zijn wij door het Leven, door God, omgeven. Op de Paas­mor­gen is Christus door de dood heen­ge­gaan. Door de opstan­ding van zijn Zoon heeft God de macht van de dood gebroken. Pasen vormt zo voor ons een belofte. God is trouw en wij mogen leven met het per­spec­tief eens thuis te komen bij Hem. Wij zijn geen raketten die in het heelal opbran­den. Wij zijn geen een­dagsvliegen die weer ver­dwij­nen. De Schepper is ook onze Voltooier. Bij Hem zijn wij veilig.

Lastige tijd

In deze las­tige tijd gedenken wij met Aller­zie­len onze doden. En hope­lijk troosten wij de nabe­staan­den die door de dood van een dier­ba­re vaak voor­goed zijn getekend. Chris­te­lijke troost heeft alles te maken met een wenkend per­spec­tief. En dat per­spec­tief vormt de levende God. Wij mogen geloven dat deze God mensen vasthoudt tot over de grens van dit aardse leven heen. Wij kunnen onze dier­ba­re doden over­ge­ven in Gods hand. In het ver­trouwen dat hij hen voor­goed zal tekenen met een zegel op hun voor­hoofd. Vanuit dat geloof wens ik u in­spi­re­rende vie­rin­gen met Aller­hei­ligen en Aller­zie­len.

+ Mgr. dr. Gerard de Korte

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *