Omzien naar elkaar

Interview met Wilhelmien Donkers

Tijdens de druk werkende vrijwilligers en regelmatig binnenkomende bezoekers met zakken kleding, voer ik een gesprek met Wilhelmien Donkers, sinds december  2017 voorzitter van de Stichting Caritas St. Petrus Uden in de voormalige Pius X-kerk in Uden. Bevlogen en trots vertelt Wilhelmien over de Caritas en wijst met klem op de Katholieke grondslag van de Stichting.

Wilhelmien groeide op in een groot gezin waar de vader al vroeg weg viel. Ze hadden het niet breed, maar kende geen echte armoede. Maar ze leerde wel omzien naar elkaar. En dat vindt zij ook de taak van iedere katholiek: Omzien naar elkaar. “We mogen ze niet laten vallen.” Inspiratie om dit werk te doen haalt zij ook uit het bijwonen van de H. Mis. De schuldbelijdenis, (“want ik ben ook maar een mens”), de vergeving en de H. Communie geven haar rust. “Geloven maakt een beter mens van ons”. Geruime tijd geleden werd er tijdens een H. Mis gepreekt over de armoede in Uden en omstreken; mensen die geen geld voor sokken of een warme winterjas hadden. De preek ging niet alleen over armoede. Het ging over Naastenliefde (Matteüs 25:31-4 ‘Wat gij voor de minsten der mijnen doet, doe je voor Mij’). Wilhelmien, al actief bij de hulpgoederen inzameling voor Roemenië en Joegoslavië, werd er zo door geraakt dat ze, nog voordat ze de kerk uitging, al besloten had om een kledingbank voor Uden op te richten. “Ik ging naar Jas van Stiphout en zei: Gij stuurt zoveel vrachtwagens naar Roemenië en Zagreb, en dat zal vast wel nodig zijn; maar mag ik ook niet een paar mensen sturen?” Het antwoord van Jas zou ze nooit vergeten: “Als jij voor de uitnodigingen zorgt, zal ik wat kledingstangen laten lassen en zorgen dat daar wat kleding op hangt.” “Gelukkig had ik meteen hulp van een aantal vrijwilligers en ik begon gewoon. Die beren die we op de weg zouden tegenkomen, die schieten we dan wel af!”

Slechts twee keer een half uur vergaderen was er voor nodig. Een paar mensen van de gemeente verleenden hun medewerking en in de voormalige Pauluskerk, waar zij toen waren gehuisvest, konden ze van start gaan.Tot hun grote verbazing kwam de gemeente na 1½ jaar, vragen of ze een vergunning hadden. Maar gelukkig was dat snel geregeld en kon de kledingbank op de zelfde voet verder.Bij Wilhelmien ligt dit werk dicht bij haar hart. “Als dan iemand dansend naar buiten gaat met een mooie jas is dat zo mooi. En dan hoop ik dat iemand hun een complimentje geeft; dat is zo belangrijk voor hun eigenwaarde.” Wilhelmien benadrukt dat dit alles te danken is aan zoveel goede mensen. “Die mensen wil ik bedanken! Daarvoor zeg ik dank je wel!” En deze dankbaarheid hoor ik haar tijdens ons gesprek vaker uitspreken.   “Het begint met de mensen die hier of in de kledingcontainers hun kleding komen brengen, waarna het uitsorteren van de kleding door de vrijwilligsters volgt. Samen zijn we de handen van O.L.Heer……zo voel ik dat ook en wil daar heel graag mijn steentje aan bijdragen….”

In de krant stond in 2005 een artikel van de Gemeente die op zoek was naar vrijwilligers die mensen wilden begeleiden in de schuldhulpverlening. Wilhelmien en haar man hebben een eigen bedrijf waar zij de boekhouding van doet. Zij dacht dat het wel iets voor haar zou zijn, niet wetend dat het toch wel een zware taak is. Maar ze is blij dat ze toch iets kan doen en het verrijkt haar leven, zoals ze zelf zegt. “Ik prijs de mensen die hier naar toekomen met hun zorgen en problemen. Daarmee begin ik als ik bij een intakegesprek voor de schuldhulpverlening mensen ontvang. Het is zo jammer dat mensen niet durven te komen, terwijl ze zo welkom zijn. Mensen verschuilen zich achter het idee dat het zich wel oplost, maar het lost zich niet op; dus gá alsjeblieft om hulp vragen. Hier zijn mensen die willen en kunnen helpen. Je mag met opgeheven hoofd hier komen.

“Alleen kunde niks, en iedereen heeft talenten. Samen moeten we het doen.”

 

Voor meer informatie over de Stichting Caritas St. Petrus Uden:

http://www.caritasuden.nl/

Marianne du Maine

 

 

 

 

 

2 antwoorden op “Omzien naar elkaar”

Laat een antwoord achter aan Mari Verkuijlen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *